Dit is de eerste uit een reeks van artikelen, die de oud-bondscoach open water zwemmen schrijft voor NOWW.
{informeren & kennis overdragen door Gerard Meurs}
Bij het languithoudingsvermogen zwemmen gaat het in de wedstrijd om de hoogst mogelijke snelheid per afstand, waarbij in praktijk de beste tijden behaald worden, wanneer na de acceleratie uit stilstand een constant maar een hoog tempo onderhouden wordt. Het gaat er daar ook om wie er het eerst aantikt. In een eindsprint met een groep moet in de buurt van de finish de hoogst-mogelijke snelheid gehaald worden. Daartoe dient men in de loop van de wedstrijd zuinig met de energie om te gaan, door o.a. te profiteren van de “slipstream” van de concurentie of eventueel ploeggenoten. Het vraagt tegelijkertijd om sterk, snel èn slim te zijn. Dàt maakt het echte lange OW-zwemmen als het ware tot een spelsport. Het kan echter pas gespeeld worden, wanneer je een goed zwemuithoudingsvermogen hebt. In een wedstrijd is het dan vooral een kwestie van opletten, hard zwemmen, inhouden, positie kiezen, enz. Naast trainen is sprinten vooral een kwestie van aanleg. Goede zwemmers die niet over die mogelijkheden beschikken, zullen in wedstrijden proberen door het aanhouden van een heel hoog tempo de snelheidsmaniakken moe te maken.
Je begrijpt dus dat tussen deze twee spanningsvelden het lange afstand wedstrijdzwemmen zich als spelsport beweegt, n.l. al zwemmende de mogelijkheden te wikken en wegen om als eerste aan de eindstreep te komen. Het netto resultaat is, dat er in iedere wedstrijd tempo gemaakt wordt.
Zowel zwemtechnisch als conditioneel zal de training voor deze zwemdiscipline in eerste instantie gericht moet zijn op het kunnen bijhouden van het tempo van het peloton zwemmers tot aan de finish. Dat betekent dat in de voorbereidingen vooral het aërobe uithoudingsvermogen algemeen en specifiek [diverse water- en temperatuursniveau] sterk op capaciteit gericht moet zijn.
Dat impliceert dat je als zwemmer moet:
Je zal, zoals met veel zaken, bereid moeten zijn om flink wat tijd en energie in de voorbereidingen moeten steken en leren omgaan in en met de specifieke activiteiten.
Maar óók geloven in je eigen kracht.
Laat NIETS liggen wat de kans op succes vergroot !
IK WENS JE VEEL SUCCES!