Het originele artikel van Harry Borst is te vinden op ikverlegmijngrenzen
De aanloop
Na een klein aantal jaar rustig als recreant te hebben getraind, ben ik drie jaar geleden voorzichtig begonnen met wat prestatietochten in het buitenwater. Al jaren zou ik graag eenseen tocht op zee maken maar die zijn er helaas niet zo veel en zeker niet in de buurt. In de loop van dit jaar vang ik geluiden op over een nieuwe tocht vlak bij me om de hoek, van Kijkduin naar Scheveningen. Enthousiast geef ik me op. Het is wel 7,5 kilometer en zo ver heb ik eigenlijk nog nooit gezwommen maar omdat we stroom mee hebben moet dat lukken.
Als de tocht meer vorm krijgt, blijkt dat het een officiële KNZB-wedstrijd wordt. Da´s even een tegenvaller voor me. Weinig vet op ´t lijf en een echte koukleum had ik me voorgenomen om met mijn wetsuit de tocht te doen maar dat kan dus niet. Na twee nachtjes onrustig slapen hak ik de knoop door: ik ga toch. Inmiddels de oudste zoon zo gek gekregen dat ie op het strand met me mee gaat lopen. Dat laatste vertaalt ie zelf overigens naar fietsen.
Ontvangst
Ruim op tijd gaan we weg van huis. Hoewel het maar een ruim kwartiertje met de auto is, willen we niet te laat komen. Het zonnetje, dat vanochtend uitbundig scheen, is al weer een uur verdwenen. Ik ga er dan ook vanuit dat de meeste strandgangers wel weer huiswaarts zijn gegaan. Als ik echter de parkeerplaats op rijdt, is dat een misrekening. Auto´s staan tot aan driedubbel fout geparkeerd. Gelukkig duurt het zoeken naar een parkeerplek toch niet al te lang en gaan we naar het Atlantic Hotel. Daar worden we netjes opgevangen en, na betaald te hebben, definitief ingeschreven. Buiten kijken we vast naar het parkoers en eten een broodje. Dan is het tijd voor de briefing. Na een duidelijke uitleg over het parkoers worden de spelregels kort doorgenomen. Daarbij wordt ook aangegeven dat er 1 tussentijdse limiet is ingesteld. Binnen een uur moet je de haven gepasseerd zijn. Een
terechte limiet want het deelnemersveld moet wel te overzien blijven, zeker voor de reddingsbrigade. Toch moet ik even slikken. Ik start altijd langzaam want ik heb tijd nodig om warm te worden en met het koude water mijn ademhaling onder controle te krijgen. Niet te lang over nadenken, eerst maar eens gaan starten.
De start
Na voorzien te zijn van mijn startnummer, rommel ik wat met mijn brilletje. Het zeewater voelt tot mijn opluchting niet te koud aan. Moet even terugdenken aan 1 januari. Toen de Nieuwjaarsduik gedaan. Na een flinke duik was het teruglopen op het strand voor de blote voeten zelfs pijnlijk door de kou. Maar dat was toen. Nu klinkt het startsein en probeer ik zo lang mogelijk te blijven lopen. Eenmaal zwemmend dus eerst op temperatuur komen en in mijn ritme. Dat duurt langer dan me lief is en de eerste boei ligt ook een aardig eindje uit de kust. Als ik een paar slagen rustig zwem en kijk waar ik ben, zie ik een andere zwemmer binnen 5 seconden van links voor me naar rechts voor me opschuiven. Omdat ik niet te veel energie wil verspillen met het telkens naar de boei te kijken, besluit ik achter ´m aan te gaan. Dat had ik beter niet kunnen doen. Als ik na een paar minuten nogmaals naar de boei kijk, is die een stuk naar links opgeschoven. Ik pas mijn zwemrichting aan en zwem verder. Als ik na een paar minuten nogmaals kijk, ben ik wel verder op zee maar is de boei nog steeds erg links van me. Er ligt een boot in de buurt van de boei. Vanuit het water lijkt het net of ie aan de boei vast ligt. Even ben ik in de veronderstelling dat ze, omdat ik aan de langzame kant ben, de boei al aan het wegslepen zijn. Dan dringt het tot me door; door de stroming ben ik afgedreven. Wat stom, zeker omdat ik vooraf nog was gewaarschuwd. Een collega van me had een paar weken geleden op Kijkduin ook een zwemwedstrijd als onderdeel van een triatlon. Omdat het toen erg hard waaide en er veel stroming stond, had hij ook moeite om de boei te ronden.
Ik besluit even goed naar de kust en de boei te kijken om de juiste route te gaan zwemmen. Dat betekent nu overigens wel dat ik zo ongeveer recht tegen de stroming in moet zwemmen. Dat valt niet mee en telkens als ik even stop om te kijken waar ik ben, neemt de stroming me weer mee, weg van de boei. De irritatie over mijn stomheid geeft me echter net wel die energie die ik nodig heb om bij de boei te komen. Daar aangekomen nog even een kort sprintje want ik wil niet tegen dat grote gele ding aan komen want straks blijf ik wellicht nog ergens achter haken. Eenmaal er voorbij keert de rust terug, zo dat zit erop, nu alleen nog stroming mee en dat merk ik. Ging het naderen van de boei erg traag, er vandaan gaat reuze snel.
Langs de kust
De kop is er af. Inmiddels ben ik op temperatuur en in mijn ritme. De volgende boeien liggen dichter bij de kust en dat vind ik wel prettig, mocht er wat zijn dan ben ik eerder weer aan land. Maar ja, je moet ook weer niet te ver terug want dan moet je bij de havenhoofden weer extra zwemmen. Ik probeer de 2e boei te signaleren maar dat lukt niet, de ogen zijn niet meer zo goed als vroeger. Laat die boei dan maar even zitten, eerst maar eens een stuk zwemmen. Ik probeer te navigeren door goed op de kust te letten. Eerst de startlocatie en dan langzaam maar zeker steeds een stukje opschuiven. Strandtenten, opvallende duinen, opgeslagen catamarans, gebouwen, de antennes van Scheveningen radio?? en een grote windmolen komen voorbij. Wat een goed gevoel geeft, is dat er een boot van de reddingsbrigade redelijk in de buurt blijft. Waarschijnlijk ben ik één van de laatsten. Op een gegeven moment wordt er vanaf de boot geroepen of ik het ga halen, in 20 minuten naar de haven. Geen idee hoe ver ik ben en hoeveel ik dus nog moet maar ik voel me goed en dat roep ik terug. Ik weet nu wel dat ik al 40 minuten onderweg ben en dat ik geen last heb van de kou. Maar een tandje harder zwemmen en niet meer te veel stoppen om te oriënteren.
Het gaat lekker maar ik schrik als er (vermoedelijk) een kwal tegen mijn been komt. Raar gevoel. Het valt me op dat ik onder water toch nog wel iets kan zien. Zie ook dat er in het water veel zand wordt meegevoerd. Even verderop zie ik nog een kwalletje maar dat is ook gelijk de laatste grote ontdekking onder water. Ik krijg een rode heliumballon in het vizier en ook het havenhoofd nadert. Ik besluit toch maar van de kust weg te gaan zwemmen anders red ik het dadelijk niet meer om om het havenhoofd heen te komen.
Het einde
Het havenhoofd komt steeds dichterbij. De puntjes daarop veranderen langzaam in mensen. De boei voor het havenhoofd zie ik nu ook. Ik sprint een stukje en besluit dan nog maar eens te vragen aan de mensen van de reddingsbrigade hoe lang ik nog heb. “Ik heb nog geen seintje gekregen dus als je je goed voelt, ga maar lekker door.” Ik voel me prima dus weer vrolijk verder. Merk wel dat het water hier anders wordt. Kwamen de golven eerst schuin van achter, nu komen ze ook schuin van voren en ze lijken ook hoger te worden. Het is even omschakelen maar dat vechten tegen die golven vind ik eigenlijk wel lekker. Dan na 1 tot 2 minuten wordt er geroepen dat het erop zit. Jammer. Ik zwem naar de boot en sprint de laatste 6 meter naar de handgreep die erop zit. Als ik me strek om die te pakken, schiet de kramp in mijn rechterbeen. De mensen van de reddingsbrigade trekken me aan boord en helpen me met mijn verkrampte been. Ik krijg een jas aangeboden maar ik heb het niet koud. Als ze aangeven bij een andere zwemmer te blijven doe ik de jas toch maar aan. Dan worden we afgelost door een andere boot en varen we naar de finish waar ik netjes aan wal wordt gezet. Daar ga ik op zoek naar mijn tas die ik snel gevonden heb. Dan komt ook mijn zoon aangelopen die ik bijpraat. We besluiten het thuisfront door te bellen dat ik veilig weer aan wal sta. Daarna is het snel aankleden. Ik kom Marcel tegen en we maken een kort praatje. Ik lever de sensor van de tijdsregistratie in.
Terugreis
Ik overleg met mijn zoon wat we gaan doen. Wachten tot het vuurwerk begint duurt ons te lang dus we gaan terug naar Kijkduin. Het openbaar vervoer vinden we te veel gedoe. Het is erg mooi weer en ik voel me goed dus besluiten we terug te wandelen (deels om en om zittend op de fiets). Het voelt ook goed om het krampgevoel er wat uit te lopen. Als we om even over half tien op Kijkduin aankomen, besluiten we een plekje te zoeken om vandaar toch naar het vuurwerk te kijken. Luisterend naar het gezang van een band in een strandtent, genieten we van het vuurwerk. Nadat de laatste pijl is afgeschoten, lopen we het laatste stukje naar de auto. Fiets erin en naar huis.
Het gevoel
Veel mensen zullen zeggen; je hebt het niet gehaald dus het is niks. Ik heb echter een heel goed gevoel aan deze dag overgehouden. Voor het eerst in zee gezwommen en nog wel zonder wetsuit. Het was erg mooi weer en de zee was rustig. Daarbij in iets meer dan een uur 4,3 kilometer gezwommen van Kijkduin naar Scheveningen, da´s ongeveer de afstand die ze in 1961 hebben gezwommen. Deel uitgemaakt van een zeer select gezelschap dat deze mooie wedstrijd mocht zwemmen. Ervaring opgedaan, dingen geleerd en op een gecontroleerde en behoorlijk veilige manier. Da´s toch een mooi kado twee dagen voor je verjaardag!
DANK
Langs deze weg wil ik Marcel van der Togt, Riko Kruit, de wedstrijdjury, de KNZB, DES, het Atlantic Hotel, de sponsoren, de reddingsbrigade en alle vrijwilligers ongelofelijk bedanken voor het mogelijk maken van deze wedstrijd. Dat het een begin mag zijn van veel meer moois.
Met sportieve groet,
Harry Borst